Stel u heeft uw woning verhuurd aan een klussende huurder…. Wat zijn dan uw rechten en plichten als verhuurder?
U krijgt als verhuurder de vraag of dat uw huurder veranderingen mag aanbrengen aan de woning? Meestal mag u ervan uitgaan dat als een huurder aan het klussen gaat dat het vaak om een verbetering van de woning gaat. Als de werkzaamheden netjes gebeuren, geen grote overlast met zich meebrengen en geen schade veroorzaken heeft u er waarschijnlijk geen problemen mee. Maar hoe om te gaan met deze zelf aangebrachte voorzieningen (zav) bij einde huur?
Uw huurder stopt geld en energie in een huurwoning en heeft daar vervolgens huurgenot van. Een vraag die ontstaat is of dat deze huurder bij einde huurovereenkomst door verhuurder voor de aangebrachte veranderingen gecompenseerd moet worden? Tenslotte kan de verhuurder met deze aangebrachte verbeteringen aan een volgend huurder een hogere huurprijs vragen.
Praktijkvoorbeeld
Huurder A wenst de woonkamer met 1,5 meter uit te bouwen en doet hiertoe een verzoek bij verhuurder. Laatst genoemde geeft toestemming voor deze uitbouw echter onder de voorwaarde dat A de aanbouw bij einde huur eventueel moet verwijderen of indien de aanbouw niet verwijderd wordt dat A geen recht heeft op een vergoeding/compensatie. Na 7 jaar beëindigt A de huurovereenkomst en eist van verhuurder een vergoeding ad. € 10.000,– met als grondslag onrechtmatige verrijking van verhuurder. Verhuurder wijst deze vordering af onder verwijzing naar tussen A en verhuurder gemaakte afspraak en stelt aanvullend dat A meer huurgenot heeft gehad zonder daarvoor meer huur te moeten betalen.
Welke uitkomst biedt de wet en wat stelt de rechtspraak?
Bij wet is bepaald (artikel 7:216 lid 3 BW) dat het recht op een vergoeding niet mag worden uitgesloten. Echter volgens de rechtspraak dient dit naar de feiten en omstandigheden per geval getoetst te worden. Uitgangspunten die hierbij in ieder geval in ogenschouw genomen moeten worden zijn onder andere of er sprake is van eventuele verarming van huurder, verrijking van verhuurder en of dat deze verrijking als onrechtvaardig gezien moet worden.
De onderhavige casus in het licht van de wetgeving en van toepassing zijnde rechtspraak bekeken. De huurder zal extra woongenot ervaren van de uitgebouwde woonkamer. Als huurder daarvoor een hogere huurprijs moet betalen is er sprake van enerzijds verarming van huurder en anderzijds onrechtvaardige verrijking van verhuurder hetgeen huurder gegronde redenen kan geven om een vordering tot vergoeding van deze zav jegens verhuurder in te stellen.